De mensen van Jet (37): Mengs

Dit artikel is eerder als co-productie van De Mooi Schijndel Krant en Bij Jet gepubliceerd in dat weebklad.

Hij woont ruim vier jaar in Nederland, maar pas sinds kort wil het met het leren van de Nederlandse taal een beetje lukken: Mengs Kidane (37) uit Eritrea vond eindelijk werk tussen Nederlanders. Met dank aan Plastic Recycling Company in Schijndel, Bij Jet en zichzelf.

Wie met de goedlachse jongeman praat, zou bijna vergeten dat hij een politiek vluchteling is. Een gesprek daarover gaat hij uit de weg, net als veel andere vluchtelingen dat doen. Het heeft te maken met de achterblijvers in eigen land en met de wil om vooral positief vooruit te kijken.

Nederlandse taal

Bij Mengs komt er nog eens bij dat het sowieso niet gemakkelijk is om met hem te praten. Hij deed zijn best de Nederlandse taal onder de knie te krijgen, maar die kennis zakte weg toen hij als uitzendkracht aan de slag ging. Mengs kwam terecht tussen louter Poolse collega’s en verloor zijn taalvaardigheid. Tijd dus om ander werk te zoeken. Tijd om Bij Jet aan te kloppen.

Wilma van der Heijden is van Bij Jet en begeleidt Mengs. Ze vertelt: “Hij had zelf niet in de gaten hoe zijn Nederlands was weggezakt. Hij dacht dat het wel snor zat, maar het kostte enorm veel moeite hem te begrijpen en om hem iets duidelijk te maken”. Zo was er het gesprek over zijn leven in Eritrea. “Mengs vertelde dat het bier daar lekker warm was. Ik vond het een beetje raar, totdat ik het ineens in de gaten kreeg: niet het bier was warm, maar het weer.”

Goedlachs

Mengs kon er nog harder om lachen dan Wilma en moet er nu weer om glimlachen. Want ondanks dat hij als vluchteling alles wat hem dierbaar is moest achterlaten, is hij zijn goede humeur niet kwijtgeraakt. Dat vinden ze ook bij Plastic Recylcing Company in Schijndel, waar hij sinds kort werkt. Bij Jet hielp hem bij het vinden van die baan.

Plastic Recycling Company wordt gerund door het Eindhovense stel Susan Smits en Dennis Jorissen. Hun bedrijf telde voor de komst van Mengs vier medewerkers die allemaal hartstikke Nederlands en zelfs  Brabants zijn. Susan twijfelde echter geen moment om de eerste collega met een migratieachtergrond welkom te heten. “Integendeel, Dennis en ik waren meteen enthousiast. We maakten kennis met een vriendelijke, geïnteresseerde man. Hij had veel vragen over ons bedrijf en over het werk. Het enige dat me misschien even deed twijfelen, was zijn kleding. Hij was zo netjes gekleed dat ik me afvroeg of hij zich ook in gewone werkkleding senang zou voelen.”

Maalgoed

Mengs begrijpt genoeg van wat Susan zegt om er om te kunnen lachen. Want ja, hij deed inderdaad erg zijn best een goede indruk te maken. En hij is blij dat hij dat deed, want nu werkt hij toch maar mooi afwisselend 36 tot 40 uren per week bij het bedrijf dat grote hoeveelheden hard plastic vermorzelt tot maalgoed dat bij een ander bedrijf weer wordt omgevormd tot nieuwe producten.

Het is nog niet zeker of Mengs definitief in Nederland mag blijven. De situatie in Eritrea is er sinds zijn vlucht in ieder geval niet beter op geworden. Wat fijn is: inmiddels hopen niet alleen Mengs en Bij Jet dat hij Nederland tot zijn land mag rekenen, maar ook de directie en collega’s van Plastic Recycling Company. “Hij hoort er helemaal bij”, vindt Susan. “Hij is net zo handig in het vinden en via WhatsApp doorsturen van grappige filmpjes als de rest van de club. Als hij vanwege taalproblemen tijdens de pauze even stil wordt, dan is er altijd wel iemand die hem erbij betrekt.”

En hoe onzeker zijn toekomst in Nederland ook is, Susan durft al vooruit te blikken. “Komende zomer gaat Mengs zijn heftruckdiploma halen. Toch, Mengs?”

En daar is weer die glimlach.